Zaterdag 15 oktober 2011, Beursplein in Amsterdam
“Wellicht is het een goed idee dat we met z’n allen bevestigen dat we het einde van een tijdperk mee maken, dat ongeveer 2000 jaar de dienst heeft uitgemaakt. Het is vooral de manier van denken die daarbij hoort die nu volledig tekort schiet.
De machthebbers willen de bolwerken koste wat kost overeind houden, maar de bevolking voelt al heel goed aan dat het heel anders moet, gebaseerd op andere waarden en normen. Veel regeringen denken nog dat het alleen een haperende motor is die ze weer aan de praat moet krijgen, en dat ‘we dan weer gewoon door kunnen gaan zoals altijd’. Dat is echter onmogelijk, we staan nu op een keerpunt en de geest is uit de fles. En dat is onomkeerbaar, die kan nooit meer terug. Dus het is niet ‘zomaar onvrede en boosheid’ dat mensen voelen. Het is een fundamenteel gevoel dat het nu écht anders moet.
En de situatie van de economie is te vergelijken met een stoelendans: zolang de muziek nog speelt, dan gaat het goed. Maar zodra deze ophoudt – zoals nu aan het gebeuren is – dan blijkt pas hoe fout we zitten met z’n allen: veel te weinig stoelen. Daarnaast leven we in een zeer onrechtvaardige wereld: 2% van de volwassenen in de wereld bezitten 50% van de bezittingen. En 50% van de (arme) volwassenen bezitten minder dan 1%! Zo onrechtvaardig hebben wij het met z’n allen verdeeld in de wereld.
Daar achter zit dus een manier van denken die de oorzaak van alles is. We denken in afgescheidenheid: wij en zij, ik en de ander. Door zo te denken hebben we helaas een zeer vijandige wereld geschapen. Wedijver, afgescheidenheid en commercialisering is het grote vergif in de wereld en heeft de wereld aan de rand van de afgrond gebracht. En dit is nu onder andere naar buiten gekomen door de hebzucht en egoïsme van banken en andere financiële instellingen, maar ook landen.
Maar de wereld heeft eigenlijk geen economisch, armoede of sociaal probleem, het heeft een diep spiritueel probleem: we weten niet wie we zijn, waar we vandaan komen en waar we heengaan. Het is daarom een existentiële crisis: we weten niet wat de zin van het leven is. Als we die veel ruimer gaan opvatten, dan pas kunnen we opnieuw ervaren waar het werkelijk om gaat in het leven. Eerder niet. Maar een van de conclusies zal zijn dat we allen één zijn en dat we moeten leren samen te delen!”
Ronald Jan Heijn